Het jenaplanonderwijs bestaat al meer dan 100 jaar en heeft zich bewezen als onderwijs dat oog heeft voor alle kinderen en waar kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Bij het jenaplanonderwijs horen een aantal begrippen die we hieronder graag uitleggen. Meer informatie over het jenaplanonderwijs is hier te vinden. Maar we beantwoorden uw vragen ook graag persoonlijk.
Jenaplanonderwijs op Hanevoet
Stamgroepen
In onze groepen zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar. In de onderbouw zitten kinderen van leerjaar 1 en 2, in de middenbouw zitten kinderen van leerjaar 3, 4 en 5 en in de bovenbouw zitten kinderen van leerjaar 6, 7 en 8. Dat betekent dat ieder kind ervaart hoe het is om de jongste, middelste en oudste in een groep te zijn, je klein en groot te voelen, hulp te vragen en te geven en verantwoordelijkheid te nemen op verschillende niveaus. Zo leren kinderen met elkaar. Zo leren de kinderen dat iedereen verschillend is en leren ze dat te respecteren.
Leerkrachten worden bij ons dan ook stamgroepleiders genoemd. Ze geven niet alleen les, maar zorgen ervoor dat ieder kind gezien wordt en zijn eigen rol heeft in de stamgroep. Pedagogiek en didactiek zijn even belangrijk. Onze stamgroepleiders hebben oog voor de leerstijl en de ontwikkelingslijn van ieder kind en passen het onderwijs hier zoveel mogelijk op aan.
Wereldoriëntatie
We leren de kinderen omgaan met de wereld om zich heen. Daar heb je kennis en vaardigheden voor nodig. Dit doen we zoveel mogelijk binnen thema's en projecten, waarbij we de natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen behouden, stimuleren en ontwikkelen. We helpen kinderen steeds zelfstandiger te worden en verder op onderzoek uit te gaan.
Gesprek
In alle groepen is een vaste kring. Hier wordt de dag geopend, worden ervaringen gedeeld, worden plannen gemaakt voor de dag en houden kinderen spreekbeurten en presentaties. Ook als er problemen zijn worden die in de kring besproken.
Regelmatig is er in iedere groep een stamgroepvergadering. Hier worden plannen gemaakt voor de groep en verbeteringen bedacht voor de groep en de school. Iedere midden- en bovenbouwgroep heeft een vertegenwoordiger in de kinderraad. De kinderraad denkt mee met de schoolleiding over allerlei zaken die voor kinderen belangrijk zijn, bijvoorbeeld het schoolplein.
Ook tijdens het werk en spel bevorderen we overlegmomenten.
Spel
Kinderen leren van nature. Dit doen ze vooral door te spelen. Spel en onderzoek gaan en lopen vaak in elkaar over. Spelen brengt ontwikkeling op gang en draagt bij aan de motorische, sociale- en taalontwikkeling. Het bevordert ook zelfstandigheid, het nemen van initiatieven, problemen oplossen, plannen, fantasie en creativiteit. Samen spelen stelt eisen aan of stimuleert samenwerkingsvaardigheden en flexibiliteit.
Werk
Onder werken verstaan we het leren werken onder eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent leren plannen, uitvoeren, evalueren, hulp geven en hulp (leren) ontvangen. Dit doen we ten behoeve het van het verwerken van kennis en opdoen van vaardigheden.
Iedere dag is er een blokperiode waarin kinderen zelfstandig werken en hun werk plannen. Kinderen in de onderbouw plannen hun werk en spel middels het planbord in de groep. In de midden- en bovenbouw plannen de kinderen steeds meer hun werk voor de hele week. Kinderen leren zo om op hun eigen tempo, volgorde en op hun eigen manier hun werk te doen.
Viering
Kinderen leren veel op onze school en dat laten ze graag zien. Dit doen we op het podium van ons vlooientheater waar kinderen op een leuke manier aan elkaar en ouders laten zien wat ze allemaal hebben gedaan en geleerd. Ook staan we met elkaar stil bij vrolijke of soms ook verdrietige gebeurtenissen in school of de wereld om ons heen. Door te vieren hoor je erbij: vieren is delen, verbeelden, respecteren, uiten, presteren en zorgt voor verbinding.